Aanleiding en vraagstelling
Een hobbyboerin uit een dorpje boven Joure heeft een aantal vragen:
- Is er een biologische manier om van rusken in het land af te komen?
- Kruidenrijk doorzaaien van grasland is bij mij eerste keer mislukt. Hoe nu verder?
- Hoe vind je een aannemer die het klepel/slootrandbeheer ecologisch aanpakt?
LAP-Adviseur Nico Minnema heeft deze case aangenomen.
Aanpak
Na een inleidend gesprek over de gestelde vragen zijn de percelen bezocht.
1. Pitrusproblematiek
Het land word al ± dik 10 jaar niet meer bemest met kunstmest. Het krijgt nog wel een jaarlijkse drijfmestgift van ± 12 m3 drijfmest en een beetje ruwe stalmest. De pitrus was met name langs de greppels aanwezig in het perceel welke geëgaliseerd is en de oude greppelstructuur is vervangen door bredere en vlakkere akkers. Het betreft een perceel met voornamelijk raaigras. Hierdoor is er meer stagnatie van regenwater en dito verzuring.
Op plekken waar de minste of geen bemesting komt, is de kans op pitrusontwikkeling het grootst. Het is nog maar in een zeer pril stadium en redelijk verwaarloosbaar, maar pitrus kan bij een te extensief beheer, zoals op vele graslandpercelen in midden Fryslân, ook snel gaan woekeren.
Om verdere ontwikkeling te voorkomen, worden de volgende adviezen gegeven:
- Optimaliseren regenwaterafvoer
- Bollere akkers
- Bekalken
- Ruwe stalmest met name benutten op de pitrus
- Laat in het najaar/ december nog maaien
Waterstagnatie, mede als gevolg van de te vlakke afwerking van de akkers, en pitrusontwikkeling langs de greppels.
2. Kruidenrijk doorzaaien
Het naastliggende perceel is qua ligging/ begreppeling en bolle akkers nog meer oorspronkelijk. Nagenoeg geen waterstagnatie en een kruidenrijkere vegetatie, met veel boterbloem. Echter weinig of niks te zien van de doorzaaiactie met een kruidenrijkmengsel. Het perceel ligt er voor een verdere ontwikkeling goed bij, wordt ook nabeweid met rundvee. Dit laatste is voor het bereiken van een kruidenrijke vegetatie een plus ten opzichte van alleen maaien en afvoeren. Het advies om aan dit perceel nu niets te doen, doorgaan met hoe het beheer nu is. Een optie zou zijn om lokaal een voorjaarsplasdras t.b.v. van de weidevogels/steltlopers aan te leggen. Dit is geen probleem, maar niet te lang i.v.m. het risico op pitrusontwikkeling.
Mogelijke redenen van het ‘slechte’ resultaat van de doorzaaiactie van maart 2020 zijn moeilijk vast te stellen, maar:
- Kruidenrijk doorzaaien in een bestaande grasmat is weinig effectief, tenzij je het uitvoert met een sleuvenfrees/zaaimachine die om de 30 cm een zaaibed van 10 cm maakt.
- Het tijdstip van het jaar. In augustus/nazomer heb je over het algemeen betere omstandigheden qua vocht/temperatuur en minder concurrentie van overige dominantere kruiden (plaagsoorten als melde en muur).
- Uit de afleveringsbon blijkt, dat het percentage kruiden ten opzichte van het percentage graszaad nog geen 2 procent bedroeg.
In het tweede perceel dat wordt bezocht is een kruidenrijkere vegetatie zichtbaar, op bovenstaande foto met name boterbloem. Indien de wens voor een meer kruidenrijke vegetatie toch nog speelt, dan in het naastliggende perceel en combineren met herstel van het oude greppelpatroon en bolle akkers. Dan gebruikmaken van een frees doorzaaimachine / Geohobel / overtopfrees. Deze werkt volvelds, maar kan ondiep worden ingesteld. Afhankelijk van het hoofddoel van deze actie kan ook worden overwogen om heel minimaal met alleen kruiden in te zaaien en qua grasontwikkeling te teren op de spontane kieming van het nog aanwezige zaad van diverse grassoorten. Mogelijk kan dit via ‘Op weg naar een diverser platteland’, onderdeel van een project van Landschapsbeheer Friesland en de agrarische collectieven.
Voorbeeld van ondiepe frees actie met overtopfrees/ zaaimachine in augustus met spontane ontwikkeling grasmast, en minimaal bij zaaien van kruiden
3. Ecologisch slootschonen
De vraag over ecologisch slootschonen, is redelijk simpel. Het antwoord is om jaarlijks met een maaikorf slechts één zijde op te schonen. Dus om en om en vrijgekomen hekkelspecie met walkant frees over het land verwerken. In principe kan ieder loonbedrijf dit.
Concrete adviezen voor de lezer
- Op plekken waar weinig of geen bemesting komt, is de kans op pitrusontwikkeling het grootst.
- Om verdere ontwikkeling van pitrussen te voorkomen, de volgende adviezen:
- Optimaliseren regenwaterafvoer
- Bollere akkers
- Bekalken
- Ruwe stalmest met name benutten op de pitrus
- Laat in het najaar/ december nog maaien
- Nabeweiding met rundvee is voor het bereiken van een kruidenrijke vegetatie een plus ten opzichte van alleen maaien en afvoeren.
- Voor het doorzaaien met een kruidenrijk mengsel zijn de omstandigheden in augustus/nazomer over het algemeen beter qua vocht/temperatuur en is er minder concurrentie van overige dominantere kruiden(plaagsoorten als melde en muur).
- Werk bij het doorzaaien van kruiden met een sleuvenfrees/zaaimachine. Dit is afhankelijk van de omstandigheden, maar zeker in weinig kruidenrijkland is het beter om volgronds ondiep te frezen en volledig opnieuw inzaaien, met een goed op diepte instelbare overtopfrees/zaaimachine (Geohobel).
22.060/mz